ARCHIVED 2.5.5. Termverbanden

 

Archived Content

Information identified as archived is provided for reference, research or recordkeeping purposes. It is not subject to the Government of Canada Web Standards and has not been altered or updated since it was archived. Please contact us to request a format other than those available.

Consult the Pavel in ...

Español Português Italiano Nederlands العربية

Previous page Next page

Idealiter is de toekenning van een term aan een begrip in een bepaalde vaktaal bedoel om ervoor te zorgen dat een bepaalde term slechts aan één begrip wordt toegekend en dat een bepaald begrip maar door één term wordt weergegeven: een voorwaarde die monosemie wordt genoemd. In de praktijk is dit echter niet altijd het geval. Polysemie van een term in een vakgebied resulteert voornamelijk uit semantische neologie, maar moet beperkt worden.

Voorbeelden

Monosemie: In de anatomie duidt de term "hersenen" het deel van het centrale zenuwstelsel van gewervelden aan, dat omhuld wordt door het cranium, verbonden is met de ruggegraat en samengesteld is uit grijze en witte materie. De hersenen besturen en coördineren verschillende lichaamsfuncties en zijn de zetel van de geestelijke vermogens en het centrum van de zintuiglijke gewaarwordingen. (gebaseerd op: ITP Nelson Canadian Dictionary 1997: 168)

Polysemie: In de anatomie van ongewervelde organismen duidt de term "hersenen" een functioneel gelijkaardig deel van het zenuwstelsel aan. In algemene taal duidt de term ook het verstand, de rede aan ("een goed stel hersens hebben"). (ibid.: 168)

De belangrijktse soorten ingangen in een terminologiefiche zijn de voorkeurstermen, hun synoniemen (inclusief hun afgekorte vormen en hun syntactische of spellingsvarianten), quasi-synoniemen en, indien nodig, pseudo-synoniemen, of ontraden termen.

  • Absolute synoniemen zijn termen die hetzelfde begrip aanduiden en die onderling verwisseld kunnen worden in alle contexten.
  • Quasi-synoniemen, of partiële synoniemen, zijn termen die hetzelfde begrip aanduiden, maar die niet verwisselbaar zijn omdat ze gebruiksverschillen vertonen afhankelijk van de communicatiecontext. Om deze verschillen duidelijk te maken, moeten de terminologiefiche gebruikslabels en opmerkingen bevatten.
  • Pseudo-synoniemen, or foute synoniemen, duiden verschillende begrippen aan, die weliswaar nauw met elkaar verbonden kunnen zijn. De keuze om pseudo-synoniemen al dan niet op te nemen, hangt af van de regels die u hanteert voor het opstellen van fiches. Als ze wel opgenomen worden, worden ze steeds vergezeld van een opmerking die de situatie verklaart en het gebruik van deze termen ontraadt om het begrip, dat behandeld wordt in de fiche, aan te duiden.
  • Antoniemen zijn woordparen waarvan de betekenissen tegengesteld zijn, zoals een antoniem het tegengestelde is van synoniem (bv. explosie/implosie)

Oefening

Duid in onderstaande vragen aan of de term een pseudo-synoniem of quasi-synoniem is voor de term STOEL: zitvorm voor één persoon, bestaande uit een horizontaal oppervlak, of zitplaats, ondersteund door poten en met een verticaal element of rug, aan de achterkant. (gebaseerd op: BOYCE 2001: 54)

Vraag 1

Vraag 2

Vraag 3

   Answers